Dieselbeestjes?

Blub

Een probleem voor elke motorboot is de gasoliebacterie. Hierover wordt enorm veel gespeculeerd, en er gaan dan ook veel verhalen de rondte.

 

In ieder geval leeft dit beestje in het water onderin je tank.

Hoe komt dit water in je tank? Simpel, elke avond vormt zich door afkoeling wat condens aan de binnenkant van je (nooit 100% volle) brandstoftank, wat vervolgens druppelsgewijs door de diesel heen naar de bodem van de tank zakt. Na een tijdje krijg je dan een laagje water in je tank, waar de bacterie in kan leven.

Grootste probleem van dit beestje? Je filters verstoppen steeds heel snel, waardoor je motor er steeds mee kapt.

 

Daar de Castor bijna decennia lang achterstallig onderhoud heeft, vonden we het een goed idee om de tanks eens te open te bouten voor inspectie. Rechts het resultaat, 5cm drek, in totaal 50ltr op de bodem van de dagtank.

Gelukkig zit de zuig op deze tank om 10cm boven de tankbodem, waardoor deze blub nooit in de motoren is gekomen.

 

De zelfsluitende aftapkraan op de bodem van deze tank is reeds overhaald. Als we van tijd tot tijd het condenswater middels deze aftapkraan uit de tank laten lopen, kan een dergelijk kweekje niet meer ontstaan.

 

 

Nog meer beestjes?

Nu we toch bezig waren, ook gelijk de bunkertanks open gemaakt voor inspectie.

In totaal heeft de Castor 6 bunkertanks in de dubbele bodem, waarvan de middelste twee een tijdlang als ballasttanks hebben dienst gedaan. Zo bleek toen we de mangatdeksel van deze tanks openden, en het tafereel hiernaast zichtbaar werd.

Blijkbaar heeft er zoutwater als ballast in deze tank gezeten, en heeft 1 of anders diertje uit dit zeewater tegen de tanktop geleefd, wat allemaal kleine buisje heeft achtergelaten.

We zijn van plan het bilgewater uit de machinekamer en afgedraaide olie uit de hoofdmotor in deze tanks te pompen. Na verloop van jaren zal dit oliegoedje alles oplossen en vet en week maken, waarna we de tanks met een stoomcleaner en een vracht ontvetter gemakkelijk kunnen reinigen. Nu wordt het zandstralen.

 

De overige 4 bunkertanks zijn brandschoon van binnen en hebben een totale capaciteit van 40 kuub, voldoende voorlopig!

 

 

Pijptunnel

De bunkertanks zijn betreedbaar middels mangatdeksels in de pijptunnel, welke zich helemaal onderin op de kiel van het schip bevind, en loopt vanaf de machinekamer helemaal naar het voorschip.

Door deze tunnel lopen een 10tal leidingen, ook onder het bordesje in de foto hier rechts.

 

Bij het openen van een tank schuilt overigens een groot gevaar. De zuurstof in de tank kan verdreven zijn, of er kan monooxide door roestvorming zijn ontstaan.

Betreed de tanks daarom nooit direct na opening maar pas na enkele dagen ventileren, en eerst checken met een explosiemeter aan een lange stok, etc.

 

En dan nog kan niemand de veiligheid garanderen...

Een laag blubber in de dagtank, het resulaat van de beruchte gasoliebacterie

 

Een vreemd beestje aan het onderdek in de bunkertanks, welke vroeger is gebruikt als zoutballastwatertank, zo blijkt nu...

 

Werken in de pijptunnel, niet echt fantastisch